'Ik geloof dat ik homo ben' : Overeenkomsten tussen christelijk en seculier gefundeerde afwijzing van homoseksualiteit

J. Hogendoorn

Deze scriptie wil een aanzet doen om homonegatieve en homofobe retoriek uit het christelijke en het seculiere discours in kaart te brengen aan de hand van een aantal voorbeelden. In plaats van dit als twee totaal verschillende verwoordingen te beschouwen, ligt de nadruk op de overeenkomsten tussen deze redeneringen. Daarnaast focust het onderzoek zich op Nederland, een context die nader toegelicht zal worden in de volgende paragraaf. Concreet is daarom de hoofdvraag: Wat zijn de overeenkomsten tussen uitspraken gebaseerd op christelijke en seculiere retoriek waarbij homoseksualiteit wordt afgewezen in het Nederlandse publieke debat? Om antwoord te krijgen op deze hoofdvraag zijn de volgende deelvragen opgesteld. Ten eerste: Welke verwoordingen worden door christenen gebruikt om homoseksualiteit af te wijzen en hoe worden deze weerlegd? Ten tweede: Welke overeenkomsten worden in de voorbeelden uit de seculiere, publieke uitspraken over homoseksualiteit gevonden? Ten derde: Wat zijn de overeenkomsten tussen deze voorbeelden van christelijke en seculiere verwoordingen?