
Geloofwaardigheid en seksuele gerichtheid in het asielrecht
S. Berghuis
In deze scriptie wordt onderzocht hoe de geloofwaardigheid wordt beoordeeld van asielzoekers die uit vrees voor vervolging vanwege hun seksuele gerichtheid (in het bijzonder homoseksualiteit) een beroep doen op internationale bescherming in Nederland. Er wordt gekeken naar internationale, Europese en nationale normen op het gebied van asielrecht die een licht kunnen werpen op de grenzen aan een dergelijke beoordeling. Centraal staat een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin deze grenzen aangegeven worden. Het Hof baseert zijn oordeel op Europese richtlijnen (zowel Kwalificatie- als Procedurerichtlijn) en op het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Ook de jurisprudentie van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens komt aan de orde. Ten slotte wordt gekeken in hoeverre Nederlandse wetgeving, rechtspraak en praktijk betreffende beoordeling van geloofwaardigheid zich verhouden tot Europese en internationale normen. Hierbij wordt de reactie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op de uitspraak van het Hof van Justitie betrokken.
specificaties
- Boek
- Nederlands
- [Universiteit van Amsterdam]
- 39 p
praktische informatie
Blijf op de hoogte van het laatste nieuws
Nooit meer iets missen? Meld je aan voor een nieuwsbrief van de OBA en ontvang ons laatste nieuws, boekentips, activiteiten en nog veel meer in je mailbox.