Verdraagzaam Nederland : moralisme en homoseksualiteit tussen 1901-1940

G. Waling

De auteur beschrijft de opkomst in de 19e eeuw van het door hem genoemde "liberale moralisme" en de omslag begin 20e eeuw naar een door hem genoemd "christelijk moralisme" ontstaan uit de toenemende invloed van christelijke politieke stromingen. Naast voorstanders van abortus en geboortebeperking kregen homoseksuelen veel met dit moralisme te maken. Op den duur gingen ook niet-christelijke volksdelen mee in dit nieuwe moralisme. In het geval van homoseksualiteit hadden ook de liberalen en sociaal-democraten vaak grote bezwaren. In 1911 werd een zedelijkheidswet ingevoerd waarvan 248-bis een onderdeel was. De auteur betoogt dat de invoering van 248-bis niet de grote anti-homoseksuele omslag was zoals deze vaak wordt voorgesteld. Verder wordt ingegaan op het werk van vrijdenker en activist Arnold Aletrino en de reactie daarop van Abraham Kuyper.